Nieuws
Btw-aftrek bedrijfsmiddelen met gemengd gebruik
De btw administratie heeft eindelijk de lang verwachte richtlijnen gepubliceerd aangaande de btw recuperatie voor bedrijfsmiddelen gebruikt voor privé en beroepsdoeleinden.
Het addendum E.T. 119.650/3 d.d. 11 december 2012 bouwt voort op de op de eerder geformuleerde principes (Beslissing ET 119.650 van 20 oktober 2011) dat:
de aftrek van btw op bedrijfsmiddelen voor "gemengd gebruik" onmiddellijk beperkt dient te worden in functie van het privégebruik;
er afgestapt wordt van een taxatie (in zake btw) van het privé gebruik aan de hand van het forfaitair vastgestelde voordeel van alle aard;
eén en ander impliceert het jaarlijks aantonen van het effectief beroepsmatig gebruik van de afzonderlijke "bedrijfsmiddelen", in het bijzonder van de "bedrijfswagens", om het percentage van btw aftrek te bepalen.
3 methodes voor de bedrijfswagens
Ten einde de bijkomende administratieve last voor de ondernemingen (i.e. gedetailleerde kilometer administratie en aantonen van het beroepsmatig karakter) te beperken voorziet de Beslissing E.T. 119.650/3 voor zij die dit wensen in twee optionele methodes die toelaten het aftrek percentage op (semi-)forfaitaire basis te berekenen zonder kilometer administratie.
Berekeningswijze bij gratis terbeschikkingstelling van de bedrijfswagen
Methode 1 (i.e. "werkelijk professioneel gebruik") gaat uit van de volgende formule:
Totaal aantal km's – woon-werk verkeer (x2) – privé km's = percentage btw aftrek
Totaal aantal km's
Methode 2 is de semi-forfaitaire methode (waarbij het aantal werkdagen en aantal privé-Km's forfaitair worden vastgelegd door de btw administratie), deze wordt berekend door de volgende formule:
[1 – (200 dagen x woon-werk x 2) + forfait van 6.000 privé-km's] = percentage btw aftrek
Totaal aantal km's op jaarbasis
Methode 3 is de forfaitaire methode waarbij de aftrek beperkt wordt tot 35% (i.e. 65% van de btw op de wagenkosten zijn niet aftrekbaar). Enkel toepasbaar vanaf 4 wagens.
De administratie voorziet in haar Beslissing E.T. 119.650/3 voorts de volgende spelregels:
de aftrek kan nooit hoger zijn dan 50% (met uitzondering voor lichte vrachtwagens...), ook al is het beroepsgebruik groter dan 50%;
methode 1 en 2 zijn combineerbaar (keuze per individuele wagen). Het is toegelaten een "globaal gemiddeld aftrekpercentage" voor de vloot te berekenen, waarbij men percentages van de individuele bedrijfswagens berekend op basis methode 1 en/of 2 deelt door het aantal wagens;
men gaat uit van vooruitzichten met een correctie/herziening van de aftrek na een jaar;
methode 3 is slechts mogelijk vanaf 4 wagens. De keuze voor methode 3 geldt voor alle wagens en voor een periode van 3 jaar.
Berekeningswijze in geval er een bijdrage wordt betaald door de werknemer
In geval de werknemer een bijdrage betaalt voor het privé-gebruik van de bedrijfswagen, is er sprake van een verhuur en houdt de btw administratie vast aan een dubbele taxatie van het privégebruik:
STAP 1:
vertrekpunt blijft een 50% aftrekbeperking op de autokosten (bijv. leasekost, benzinekost...etc);
afdracht van de btw op de privébijdrage (inclusief 21% btw).
STAP 2:
vervolgens dient te worden nagegaan of het btw bedrag begrepen in de privébijdrage voldoende hoog is in vergelijking met de minimale "normale waarde" (indien professioneel gebruik volgens één van de 3 methodes < 50%);
normale waarde = totale jaarlijkse autokost x (50% - ...% professioneel gebruik volgens een van de 3 methodes);
btw op privébijdrage dient gelijk te zijn aan minimale "normale waarde" X 21%.
Datum van inwerkingtreding en overgangsregeling voor 2012
De nieuwe regeling treedt in werking vanaf 1 januari 2013. Voor het kalenderjaar 2012 voorziet men in een "overgangsregeling" die de belastingplichtige zal toelaten om voor zijn volledige vloot te kiezen voor het "oude systeem" of het "nieuwe systeem".
2 methodes voor roerende goederen (niet bedrijfswagens)
Methode 1: werkelijk beroepsmatig gebruik
Bijhouden van het individueel gebruik van elk goed (GSM, laptop …)
Methode 2: semi - forfaitaire methode
Is de forfaitaire methode waarbij de aftrek beperkt wordt tot 75% (i.e. 25% van de btw op de deze kosten zijn niet aftrekbaar)
OPMERKING:
Voor onroerende goederen zijn er geen forfaits.
Voor bouw, verbouwing, inrichting, elektriciteit, verwarming, water, enz. dient de BTW – aftrek gebaseerd te zijn op het werkelijk beroepsmatig gebruik en dit rekening houdend met het gebruiksnut en de intensiteit van het gebruik van (gedeelte van) een onroerend goed.
“Een Excel berekeningsmodule is ter beschikking bij ATC & Partners”.